Op dit blog plaatsen wij (Maja en Bart) wekelijks wat foto's en tekst over onze kampeerreis door Europa en omstreken, met als thema rotsklimmen. We hebben ons huis in Nederland opgezegd en wonen nu een jaar in onze kampeerbus en trekken door Europa.
maandag 3 september 2018
Flatanger
Het klimmen: Flatanger
Klimgrot 'Hanshelleren' met 's werelds moeilijkste sportklimroute. Bart zie je heel klein in het blauw middenonder
De klimgrot van een afstand, het zwarte gat is waar het spektakel zich bevindt
Vanuit Hell reden we in twee en een half uur naar het het dorpje Flatanger aan zee, noordwest gelegen van Trondheim. Met nog een half uurtje de bergen in kronkelen waren we bij de boerderij van Olaf, schitterend gelegen aan een fjord. Deze Olaf heeft een leuke manier om wat bij te verdienen ontdekt: het runnen van een klimmerscamping. Zijn nogal waardeloze, stenige land grenst namelijk stomtoevallig aan de roemruchte granietgrot Hanshelleren, waar de moeilijkste sportklimroute die ooit geklommen werd zich bevindt (een 9b+). Dit heeft vooralsnog alleen Adam Ondra ‘m gelapt, deze Tsjech is dan ook sinds jaren de beste rotsklimmer van de wereld.
Het uitzicht vanaf de klimrots
Wij namen een kijkje in de grot waar we ons vergaapten aan een stapel negens. Helaas was Adam er niet, ook van andere wereldtoppers was niets te bekennen. Alleen de routes aan de buitenkant van de grot, veel minder moeilijk en steil dan erin, werden beklommen door clubjes klimmers van allerlei nationaliteiten. Vooral de Amerikanen en Spanjaarden waren hoorbaar aanwezig.
Links en rechts van de grot, waar de routes minder extreem zijn, was het druk met klimmers
Bart maakt onze drone klaar om los te gaan
Gezien het slechte weer (dat elke 10 minuten veranderde) en het bezet zijn van zo’n beetje elke route onder de 7c, besloten wij om ons niet ergens tussen te wringen. In plaats daarvan vermaakten wij ons prima door het spektakel te filmen per drone.
Hier een drone impressie van de grot van Hanshelleren. Vind de klimmer!
De cultuurflits
Wat we heel sympathiek vinden aan de Noorse volksaard, is dat de Noren zich aanpassen aan hun land, dat wil zeggen de natuur en het weer. Een voorbeeld hiervan zijn hun huizen. Die zijn gebouwd om hun grillige en ijzige klimaat op milieuvriendelijke wijze aan te kunnen, op een manier die ze ook nog eens doet opgaan in de omgeving. Door gras en soms zelfs grote planten en struiken op de daken te laten groeien in een dikke laag aarde, zijn de woningen prima geïsoleerd en hoeven de Noren verrassend weinig te stoken!
Diefstal? Bestaat hier niet.
We kregen op één van onze kampeerplaatsen gezelschap van twee sympathieke Duitse jongemannen, de broers Thomas en Alex. Ze sliepen net als wij in een Volkswagen busje vol rommel (zie de foto) en hadden 2 kayaks + 1 oude fiets mee, laatstgenoemde zetten ze met een ketting vast aan een dikke boom. Dat vastzetten was volledig overbodig. Het fijne aan het Noorse platteland is namelijk dat er niets gestolen wordt. En zelfs in de grotere dorpen/kleinere steden laat iedereen zijn auto op parkeerplaatsen open staan, en liggen peperdure telefoons, zonnebrillen en camera’s voor het grijpen op het dashboard. Een verademing voor ons Amsterdammers!
Thomas en Alex hebben net zoveel rommel in hun busje mee als wij!
Waarom nemen de Duitse knullen die fiets eigenlijk mee? Nou, ze gaan met de auto naar het punt waar hun geplande kayaktocht eindigt en zetten daar de tweewieler neer. Vervolgens gaan ze samen te water en varen een kilometer of 10 mee met de stroom tot het punt waar de fiets staat. Bij tourbeurt gaat dan Thomas of Alex fietsend de 10 km. terug om de auto op te halen, waarmee de ander + kayaks opgepikt wordt. Een staaltje Duitse inventiviteit!