woensdag 10 oktober 2018

4 landen in 4 dagen


Over een paar weken willen we in Griekenland zijn. Dat zou namelijk het nieuwe Europese klimwalhalla moeten zijn mét een warm welkom voor wildkampeerders. Daarom zijn we niet lang blijven hangen aan de Côte d’Azur: het eerste regenbuitje was ons startsein om naar het oosten te rijden. Inmiddels hebben we een lamme hand van het wapperen met onze paspoorten, omdat we de volgende route gereden hebben sinds onze vorige blogpost: 

Frankrijk -> Italië -> Slovenië -> Kroatië -> Bosnië Hercegovina -> Kroatië

Ons 1e wildkampeerplekje in Kroatië (nabij Obrovac)

Onhandig genoeg is Bosnië verplichte kost als je naar het zuidoosten van Kroatië wil (waar Dubrovnik ligt). De Bosniërs hebben nl. een miserabel 10 km. breed kuststrookje gekregen na de laatste Balkanoorlog. Dit stukje land scheidt het laatste stuk Kroatië van de rest. Dus als je als Kroaat uit Split je tante wil bezoeken in Dubrovnik, moet je heen en terug in totaal 8 keer een douanepost passeren! (en steeds je papieren laten zien). 

De stad Neum, gelegen op het 10 km. stukje kust van Bosnië dat het zuiden van Kroatië in tweeën splitst
Wij gingen voor ons persoonlijke record - 4 keer een operationele douanepost in 30 minuten – waarbij we zonder poespas werden doorgewuifd. Zowel de Bosnische als de Kroatische douaniers waren meer bezig met hun mobieltjes dan met ons. 


Kroatië / Hrvatska 

Wildviaduct over de snelweg Rijeka-Split. Als je de ruige  natuur aan weerszijden van de weg ziet, geloof je meteen dat er beren en wolven rondlopen

Als je in Kroatië in de toeristische gebieden aan de Adriatische kust of Istrië blijft, merk je weinig van het oorlogsverleden. Een stukje het ruige binnenland in, waar prachtige natuur met beren en wolven is, ligt dat anders. Je komt daar verlaten, kapot geschoten huizen en gebouwen tegen en er zijn nog altijd mijnen en andere verborgen explosieven (zo’n 20 000). Dit ondanks dat er al tientallen jaren druk gewerkt wordt aan de ontmanteling ervan. 

Wij hadden ons in elk geval goed ingelezen op de locatie van risicogebieden, die allemaal goed aangeven worden met waarschuwingsborden. Dat kan bijv. op de website van Croatian Mine Action.
Je ziet er meteen of de wildkampeerplaats die je in gedachten hebt, een (sterke!) afrader is of niet.

Sporen van de laatste Balkanoorlog in Kroatië (noordoost van Zadar)

Wij stonden natuurlijk zo veilig als wat (aan de rand van een officiële fietsroute geparkeerd), maar het bereiken van onze kampeerplaats ging niet zonder slag of stoot. Bij een omkeermanoeuvre op steenachtig terrein, ramde de voorbumper een scherp stuk rots met alle gevolgen van dien:



Het klimmen: Karin 

Maja klimt 'Max', een spijkerhard gewaarde 6a op de hagelnieuwe sector D


We hadden niet gedacht dat het in oktober nog bloedheet zou zijn op de (zuidwanden) van Karin. We zijn er lekker wezen affakkelen, waar we wel zin in hadden na de regen in Italië en Slovenië. 

Karin ligt hemelsbreed zo’n 40 km. west van Zadar en staat in de klimgids ‘Croatia’ van Boris Cujic. Het heeft 65 sportklimroutes in de aanbieding van vertikaal tot overhangend, in een prachtig bergachtig natuurgebied en er komen regelmatig nieuwe bij. Afhankelijk van de sector klim je op atletische goudgele rots of grijze, technische rots die Verdoniaans aandoet. Het gaat vooral om zessen en zevens, die stevig gewaardeerd zijn. 


Aanvulling: Italië

En zo zou het dagenlang blijven, vandaar dat we door reden.

In noord-Italië regende het pijpenstelen, iets wat we daar helaas vaker gehad hebben. Dus schoten we erdoor heen. Dat ging tot onze verrassing snel én comfortabel: dankzij de recent ingevoerde traject-snelheidscontroles houden de Italiaanse macho’s zich tegenwoordig een stuk beter aan de regels, waardoor wij het zowaar ontspannen rijden vonden. 

Na een nat nachtje kamperen in Italiaans Istrië - zie onze kaart op dit blog - waren we snel via het kleine Slovenië (nat en koud) in Kroatië (zonnig en warm).