In Albanië heb je redelijke geasfalteerde wegen om de steden en belangrijke dorpen met elkaar te verbinden, en die worden niet alleen door automobilisten gewaardeerd |
Een slecht begin
Veruit de makkelijkste manier om vanuit Nederland naar Griekenland te reizen met je campertje, is de boot pakken in Italië. Dan ben je met een nachtje op de veerpont zo in de Griekse havenstad Patra. En vlakbij Patra heb je al topklimrotsen! Je hoeft via die weg niet eens je paspoort te laten zien.
Maar wij hebben de tijd, dus nemen we de ‘long way to Greece’ en die weg gaat natuurlijk via Albanië.
Dat begon niet zo goed: de grensovergang tussen Montenegro en Albanië bleek naar onze (verwende) maatstaven een drama. We stonden er 2 uur te wachten op maar 200 meter afstand van de douanepost. Af en toe scheurde een Albanese pooierbak voorbij (over de verkeerde kant van de weg) om zich verderop in de rij er weer in te wringen. Alleen wij en een Roemeen wonden ons daarover op, de wachtende Albaniërs en Montenegrijnen vonden het heel normaal.
Dichterbij de grenspost kwamen we erachter waarom: meerdere malen kwam een Albanese grenswachter met grote pet, snor en buik in actie om een of andere peperdure zwarte BMW of Range Rover voor te laten dringen in de rij. Sommige Albaniërs zijn duidelijk belangrijker dan andere (en Nederlandse toeristen).
Een Albanese grenswachter laat iemand in een Hummer voorgaan in de rij |
Bij het voor laten gaan moest steeds een Albaniër de rij uit en die lieten de grenswachters daarna gewoon staan (zie maar hoe je er weer inkomt, in die strak gesloten rij). Voor ons was het een vreemde ervaring en we realiseerden ons dat we wat dat betreft boffen met het gebrek aan corruptie en vriendjespolitiek in Nederland.
Wauw!
Maar eenmaal in Albanië kregen we geen spijt van onze omweg. Het land heeft echt een adembenemende natuur, met veel azuurblauwe rivieren en meren, steile bergen en rustiek boerenland. Het is wat dat betreft net zo mooi als bijvoorbeeld de Kroatische kust, alleen dan met véél minder bewoners/bebouwing. Enig minpunt is dat de Albaniërs zelf hun natuurschoon niet lijken te waarderen, te zien aan het vele afval dat op de mooiste plaatsen gedumpt wordt (ondanks voldoende vuilcontainers). Als er nog iemand ergens plastic wil inzamelen, dan raden we Albanië aan.
Zicht op de Vjosa-rivier in het zuidoosten |
Volgens onze online bronnen is Albanië één van de weinige Europese landen waar je bij wet een slag in de rondte mag wild kamperen en dat deden we dan ook. We hebben prachtig en alleen aan het strand gestaan in het midwesten en heel pittoresk bij de Lengarica-kloof met ‘hot springs’ in het zuidoosten.
Wild kamperen nabij het strand van natuurpark Kombëtar Divjakë-Karavasta |
Climbing in Albania
We waren niet bij toeval in de Lengarica-kloof, daar zijn namelijk sportklimroutes! Het gaat om klimgebiedje Përmet, vernoemd naar de nabij gelegen stad. Alle info. is te vinden op www.climbingalbania.com (een topo/gidsje is er nog niet).
Bart klimt Lengarica Blues (6b) te Përmet |
Përmet biedt een kleine 20 routes op prima kalk, vertikaal tot overhangend en vooral zevens. Er wordt nog bijgeboord. Het leuke was dat je na het klimmen zo een hete waterbron in kon plonsen. Overdag lagen daar wel meer toeristen in, zowel Albaniërs als Duitsers op leeftijd, aangevoerd door kleine bussen van een of ander reisbureau. Om de club nog gevarieerder te maken, was er ook een groep kamperende Italiaanse en Duitse hippies neergestreken. Tot zowel ons ongenoegen als die van de Albaniërs, hielden die zich de hele dag bezig met luidkeels zingen en het zonder enige muzikale aanleg bespelen van allerlei instrumenten, waaronder de gevreesde bongos.
Onze nieuwe klimmaat Simone in 'Flee Circus' (7a), in Permet |
Toch raakten we bevriend met 1 van de hippies, de Italiaan Simone. Hij bleek toevallig ook een klimmer! Hij had geen idee dat je in de kloof kon klimmen, maar toen hij ons met helmen en touw langs zag komen, sloot hij zich graag bij ons aan. De sympathieke twintiger bleek midden in een existentiële crisis te verkeren: doorgaan met liften en rondreizen of toch eindelijk die studie afmaken?
Simone |
Nabij het klimgebied Përmet: links zie je heet water baden mét badgasten, rechts (midden/boven) kamperen de hippies |
Aanrader of niet?
Bart moet door de knieën om in de mini-market van Përmet te passen, de eigenaresse Dalía (fonetisch gespeld) kon er wel om lachen! |
Rest mij om deze post af te sluiten met de warme aanbeveling van Albanië als vakantieland!
De natuur is heel erg mooi en nog niet overlopen door toeristen, je gulden is er een daalder waard, de mensen zijn vriendelijk en spreken soms wel degelijk Engels, het klimaat is mediterraan en warm (behalve hoog in de bergen natuurlijk), veel zwemwater (zowel zoet als zout) en strandmeters.
Enige waarschuwing: het verkeer. Met name rond de grotere steden zoals Dürres en Tirana is het echt vréselijk. Je hebt non-stop te maken met agressieve zeer gevaarlijke inhaalmanoevres door grote luxewagens en dat terwijl er hoogst kwetsbare ezelkarretjes, koeien, mensen, brommers, fietsen en paarden over de weg lopen… Je vraagt je ook af waar de jongemannen - die in die gloednieuwe BMW’s en Mercedessen zitten - ze van betalen. Albanië is immers het armste land van Europa en de meeste Albaniërs die we tegenkwamen waren dan ook voor onze maatstaven erg arm.
Kortom, zolang je niet rond Tirana gaat rijden, raden wij Albanië aan voor een strand-, cultuur- of natuurvakantie
Drones vliegen in Albania
In tegenstelling tot Montenegro mag je in Albanië best veel met je drone, zolang je niemand lastig valt of nabij vliegvelden opereert. We konden daarom meerdere malen toeslaan met de Mavic Pro, waarvan Bart een puike compilatie maakte:
Gevonden Albanese voorwerpen
Een van de 173 000 bunkertjes die communistische dictator Hoxha liet bouwen, hij regeerde het land met ijzeren vuist van 1944 t/m 1985 |
Veel Albaniërs hebben een paard of ezel als rij- en lastdier, vreemd genoeg laten ze die dag en nacht gezadeld
|