maandag 29 april 2019

Baskisch tintje en Frans gebak

Het klimmen: Clavijo.


La Rioja staat niet bekend om zijn klimrotsen, toch heeft het een paar flinke massieven waaronder de conglomeraatrotsen waarop het Middeleeuwse fort van Clavijo gebouwd is. Daar zijn 133 routes op een rij die op het noordwesten gelegen zijn (laat op de middag zon). Qua moeilijkheid liggen ze tussen de 5a en 8b, met als zwaartepunt zessen en zevens. Er zijn liggende, verticale en overhangende wanddelen, dus voor elk wat wils. 

Bart zet alle zeilen bij in snijterhard gewaardeerde ‘Accíon Directa’ (7a) te Clavijo

De voet van de rots is comfortabel - je kunt zelfs in het gras liggen - en de parkeerplaats is op steenworp afstand van de eerste routes. Er is een topo van heel La Rioja, die echter op allerlei verkooppunten uitverkocht blijkt te zijn. Gelukkig staat er bruikbare info. op ’http://escaladaenlarioja.blogspot.com

Drone foto van het Middeleeuwse fort van Cavijo met daaronder de klimrotsen

De lokale klimmers reageerden hoogst verbaasd op onze aanwezigheid, ze hadden nog nooit eerder buitenlanders aan hun rots zien hangen. Ook drones verschijnen waarschijnlijk niet vaak in Clavijo. Toen Bart na een rondje om het fort de drone liet landen, applaudisseerde het uit dorpelingen bestaande publiek enthousiast en dat maakten we nog niet eerder mee. Wat een verschil met landen als Engeland en Amerika, waar drone-piloten regelmatig bedreigd worden omdat ze in de buurt van iemands land vliegen! 


Navarra: een Baskisch tintje

Landschap in centraal Navarra

Na 2 dagen klimmen in La Rioja, haalde de regen ons in en vervolgden we onze race voor mooi weer naar de aangrenzende provincie Navarra. Deze provincie heeft in het zuiden vruchtbare, glooiende gronden rondom de rivier de Ebro. In het midden ligt de provinciehoofdstad Pamplona en in het noorden wordt het stijl en ruig: daar beginnen de Pyreneeën.

Landschap in het noorden van Navarre

Navarra is de enige Spaanse provincie buiten ‘País Vasco’ (Baskenland) waar veel Basken wonen. Het bergachtige noorden van Navarra wordt duidelijk door hen gedomineerd. Dat zie je aan de bouwstijl van de huizen en manier van leven in het algemeen, die minder rommelig/gezellig is dan bij de Spanjaarden. En natuurlijk aan de verkeers- en informatieborden die in het Baskisch zijn! 
Dit is de oudste taal die er in Europa gesproken wordt (van nog voor de Romeinse tijd) en hoort als enige niet in de Indo-Europese taalgroep thuis. Daardoor is er voor niet-Basken geen touw aan vast te knopen. Alleen woorden voor (relatief) nieuwerwetse zaken zoals ‘auto’, ‘computer’, ‘papier’ etc. lijken op woorden uit andere talen en zijn wellicht leenwoorden. Woorden die er duizenden jaren geleden al waren, zijn in het Baskisch echt uniek. 

Links Spaas en rechts Baskisch,  een flink verschil!


In het Baskische deel van Navarra zien de huizen er heel anders uit dan in het Spaanse deel

Het klimmen: San Fausto



Natuurlijk zouden we niet in Navarra zijn als er niets te klimmen viel! Maar we lieten 
Navarras paradepaardje Etxauri (met 900 routes) links liggen, omdat dit gebied berucht is om de autoinbraak. 

Bart klimt 'Hasta ahora Guiry (6b+)', sector Caracola van San Fausto

In plaats daarvan kozen we voor San Fausto, wat meer afgelegen ligt en waar de ruige bewoners ogen alsof ze iedere auto-inbreker direct in tweeën breken. De enige criminaliteit waar ze rond San Fausto mee te maken lijken te hebben, is het dumpen van schapen- en geitenkadavers in niemandsland. Bij het zoeken naar een kampeerplek kwamen we er meerdere tegen. En ondanks dat de gieren zich aan deze kadavers te goed doen, blijven ze helaas lang stinken, waardoor onze kampeerplekzoektocht langer duurde dan we gehoopt hadden.

Vale gieren in de boom. Het stikt van deze enorme aaseters in Navarra (hun spanwijdte is 1 Bart lengte ofwel 2 m.) 

Hoe dan ook, de rotsen van San Fausto ruiken fris en fruitig en bevallen ons uitstekend! Wat een fijne ruwe kalk, wat veel routes op een rij, wat een prettige rotsvoet zo in het bos, wat handig dat je op de mooie parkeerplaats mag overnachten en er een kraan is…. en ga zo maar door. Er zijn 200 routes in de aanbieding waarvan het merendeel vertikale zessen betreft (maar ook de nodige zevens en vijven). Alleen echte beginners en echte topklimmers zullen weinig te doen hebben in San Fausto. De aanloop is vrij stijl en duurt 20 minuten. San Fausto staat in de regiotopo van Navarra, die in Pamplona goed te krijgen is in buitensportwinkels.


Franse gebakjes! We doken even de grens over (1,5 uur rijden....) om dit hemels gebak te kunnen scoren en o ja, ook om onze gastank facile te kunnen wisselen.

Het drone filmpje


Voor het maken van dit filmpje heeft Bart een staande ovatie gekregen te Cavijo! Dus geniet ervan :-).


zaterdag 20 april 2019

De jacht op zon

Op jacht naar zon, gelukkig is ons Volkswagenbusje een kilometervreter

... en het resultaat van 500 kilometer rijden!

Ons plan was om 2 maanden te gaan klimmen in Catalonië, het rotsklim-epicentrum van de wereld, maar daar staken de weergoden een stokje voor. In Catalonië zaten we dagenlang in de regen en wind, wat ons van gedachten deed veranderen. Met ons busje kunnen we immers altijd vertrekken als iets ons niet bevalt! Omdat de buienfronten op grillige wijze over heel Spanje en Zuid-Europa heen trokken, was een zigzagbeweging de enige manier om de zon te pakken te krijgen. Ons routeverloop was de afgelopen 2 weken daarom als volgt:

Regio Zaragoza->400 km->regio Tarragona -> 500 km.-> regio Alicante/Valencia-> 500 km. -> La Rioja.

Onze Tour de Spanje is dus nog alive and kicking.

Prachtig kamperen (in 't zonnetje) in het ruige en onbewoonde Puig Campana gebergte, dat verrassend dicht bij toeristen heksenketel Benidorm ligt

In de provincie Alicante hebben we een week mooi weer gehad en in Los Pinos en Peña Roja geklommen, waarna de regen arriveerde en bleef. Op onderstaande foto zie je Bart een 7a klimmen te Peña Roja.

Bart in 'Fisura Yablonski' (7a) te Peña Roja

Prehistorische noot


Het leuke aan klimgebied Los Pinos is, dat tussen de routes een stuk rots met een hekje is afgebakend waarachter je prehistorische schilderingen kunt zien. Ze zijn 6000 jaar oud (uit de Neolitische tijd) en werden geschilderd in schuilplaatsen die de ‘oer-Iberiërs’ aanlegden onder deze  klimrotsen voor henzelf en hun vee. 

Een 6000 jaar oude rotsschildering tussen de klimroutes van Los Pinos (nabij Calpe aan de Costa Blanca)

De rotsen van Pinos zijn daarvoor aantrekkelijk omdat ze zwaar overhangen, waardoor een hut zo gemaakt is: één oersterke muur + dak heb je al zonder iets te hoeven doen. 
We komen trouwens regelmatig rotsen tegen waaronder de herders van nu schuilhutten hebben aangelegd voor henzelf en hun dieren. Het nadeel daarvan is dat je als klimmer soms letterlijk in de stront staat te zekeren. Je moet er wat voor over hebben om te klimmen J.

En nu? 


Sneak preview van klimmen in La Rioja! (klimgebied Clavijo, nabij Logroño)

De oplettende lezer begrijpt dat wij ons nu in La Rioja bevinden, wat in het middennoorden van Spanje ligt en een eigen microklimaat heeft vanwege zijn ligging voor de Pyreneeën. 
La Rioja is natuurlijk wereldberoemd vanwege zijn wijnen, maar daarnaast heeft het Clavijo, met zijn conglomeraatrotsen.

Deze enorme conglomeraatrots naast het dorpje Clavijo zit tjokvol klimroutes, het fort erboven is ook een bezoek waard

dinsdag 9 april 2019

Torcas de Chodes

Maja klimt 'Dos hombres y un bordillo' (7a, sector 'Peña Agujereada'), op de achtergrond  sector Gran Placa

De volgende etappe van onze Tour de Spanje leidde ons naar het dorpje Chodes, drie kwartier rijden van Zaragoza. Rondom Chodes is het landschap glooiend, dor en rotsachtig. Grote vertikale en liggende kalkwanden en allerlei losstaande bulten (torcas) vormen een klimparadijs met wel 700 touwlengtes vertier voor iedereen: sportklimmen, traditioneel klimmen en korte touren. En er is altijd een wand in de schaduw of zon.

Uitzicht vanaf sector 'Pared del Túnel' van Torca de Chodes 

Er is één zwaar overhangende sector met zevens en achten, die met recht de ‘Peña Agujereada’  ('rots met een gat') genoemd wordt. Deze natuurlijke grote boog is een lokale bezienswaardigheid voor wandelaars, en zo nu en dan hangen er klimmers aan zoals wij.


Maar de meeste klimmers in Chodes komen op de honderden verticale tot liggende zessen af, die afgaande op onze steekproef mooi zijn en pittig gewaardeerd. Er is een uitstekende Spaanstalige topo beschikbaar van Mikel Silvan, o.a. via Amazon. 

Er is wat landbouw gaande in het klimgebied (olijven en notenbomen), ook is er de onvermijdelijke steengroeve, maar voor de rest is het land ongebruikt en prima geschikt voor kamperen. Tenminste, zolang het niet te heet is want schaduw is er nauwelijks. 

Alle ruimte om met je busje neer te strijken, plus nog wat boompjes om de was mee op te hangen

Van hitte hebben we echter geen last gehad in Chodes. Nadat we een paar zonnige dagen met heerlijk klimmen verzilverden, regende en waaide het om de haverklap. Op eltiempo.es zagen we dat zowat heel Spanje met wisselvallig en onstuimig weer te maken had. 

We besloten het een paar dagen af te wachten, waarbij we nogal aan ons busje gekluisterd waren. Het café van Chodes bezochten we maar één keer, omdat de drie lokale drinkebroers ons net iets te vrolijk waren: Bart werd brullend van enthousiasme welkom geheten waarna geïnformeerd werd of zijn polla net als zijn lichaamslengte gigantisch was... 

Muurschildering van de kinderen in Chodes (dit dorp ligt in de valei van de Jalon-rivier en convivir=samenleven)

Na 3 dagen kozen we eieren voor ons geld en reden huppekee 400 km. naar het zuidoosten, waar het weer wél goed was en is (21 graden en zon met een occasionele wolk). Ons  originele plan - 2 weken klimmen in Chodes en daarna maandenlang knallen in de Catalaanse topgebieden - hebben we even in de ijskast gezet. 

Gevonden voorwerpen: kleine mirakels


Een mannelijke veenmol, deze grote insecten zie je zelden boven de grond 

Het is lente en dan is het een drukke boel in de dierenwereld. Ook insecten en geleedpotigen zijn en masse in de weer om een partner te vinden en zich voor te planten. Zo kwam het dat Maja de zelden waargenomen veenmol boven de grond op de kiek kon zetten!
Het gaat om een fors insect (5 cm.) dat forse graafklauwen heeft en in een zelf gegraven ondergrondse gang leeft. Het zijn carnivoren die vooral ongewervelde diertjes eten en … elkaar. Het vrouwtje legt enkele honderden eieren in een door haar gegraven nestkamer. Na het uitkomen bewaakt en verzorgt ze haar uitgekomen jongen.

Een miljoenpotenfuif

Miljoenpoten zien we wel vaker in het zuiden (aan de rotsvoet bijv.), maar op het moment zijn ze met z'n miljoenen actief om – denken we – te paren. We proberen er niet teveel plat te trappen, maar dat gaat moeilijk als ze over je kampeerveldje krioelen.
In mijn insekten- en geleedpotigengids (miljoenpoten zijn geleedpotigen) staat dat de vrouwtjes na het paren hun bevruchte eitjes leggen en prompt sterven. De mannetjes sterven meestal na de paring, maar van een deel vallen de geslachtsorganen eraf waarna die weer aangroeien, wat samengaat met een algehele vervelling. Vervolgens kunnen deze herboren heren weer een paringsronde mee.  

maandag 1 april 2019

Van city-trip tot Keltische steengroeve



We verruilden het Portugese zuidwesten van ‘t Iberisch schiereiland voor het Spaanse midwesten. Op ons gemak reden we door Extremadura, Spanjes meest rurale provincie met weids landschap. Het deed Amerika-kenner Bart achtereenvolgens aan Kansas en Arizona denken.

Extremadura is dunbevolkt met mensen, maar dichtbevolkt met koeien, roofvogels én ooievaars. Laatstgenoemden zijn in zulke grote getalen aanwezig, dat de elektriciteitsmasten met puntig afweergeschut zijn uitgerust. Maar dat mag de nestelpret niet drukken: ooievaars zijn pragmatici en nestelen evengoed met z’n allen op een half ingestorte kasteeltoren:

Kasteelruïne waarop zeker 15 ooievaarskoppels nestelen

Salamanca




Na onze Extremadura road-trip, bezochten we de wereldberoemde studentenstad Salamanca in de provincie Castilië-Léon. Hier staat één van de oudste universiteiten van Europa, opgericht in 1218.

Vandaag de dag worden de verschillende faculteiten nog steeds druk bezocht, ongeveer 1 op de 10 Salamancianen is student. Daarnaast zijn er veel talenscholen die mensen van over de hele wereld aantrekken om Castiliaans te  leren. Dit in combinatie met een prettige grootte (150 000 inwoners) geeft Salamanca een ontspannen, internationaal sfeertje.

Overal zie je studenten

Detail van één van de vele duizelingwekkend uitgebreide kathedraal-versieringen 

Vanaf de 6eeeuw v. Chr. woonden Kelten rondom Salamanca. Rond de 2eeeuw v. Chr. werd het onder Romeins bewind een echte stad. Deze Romeinse brug is grotendeels authentiek en stamt uit de 1eeeuw v. Chr.

Castro de las Cogotas


Alle rust van de wereld nabij het dorp Cardeñosa (gemeente Ávila)


Na onze stadsbezichtiging hadden we weer zin in stilte en natuur. We keken op de kaart en kozen de dichtstbijzijnde locatie in niemandsland die ons geschikt leek. Dat was nabij de stad Ávila, een uurtje rijden van Salamanca.

Via onverharde, hobbelige weggetjes reden we door heuvellandschap met lage granietrotsen en blokken, begroeid met wat boompjes en stekelige struiken. We zetten ons kampeervehikel neer op een aardig veldje naast een kleine, verlaten steengroeve. Samen met onze buren – een groepje zwarte koeien - genoten we van de laatste stralen van de zon.  We hadden het gevoel op een bijzonder plekje terecht gekomen te zijn.


De volgende dag zagen we een bord aan de kant van de weg dat ons vertelde dat de granietblokken en kleine steengroeve iets bijzonders waren: restanten van een Keltische beschaving uit de 5tot 2eeeuw voor Christus! Tien minuten lopen verderop lag de ruïne van ‘Castro de las Cogotas’ (castro staat voor gefortificeerde nederzetting).

Tot onze verrassing kampeerden we hier vlakbij

De ruïnes van Castro de las Cogotas (5e tot 2e eeuw v. Chr.)

In de castro leefden zo’n 300 Vettonen - een vermoedelijk Keltische stam - die runderen hielden. Er zijn mooie keramiek-objecten gevonden en grote granieten beelden van runderen. We vonden het gaaf dat wij nu ook tussen de runderen en granieten blokken kampeerden. 

Sneak preview


Na een paar dagen in Keltische sferen verkeerd te hebben, maakten we onze gebruikelijke afvalronde en vertrokken met 3 vuilniszakken vol lege bierblikken en sigarettenpakjes. Sommige lokale pummels gooien dat uit hun autoraampje als ze door ‘n natuurgebied rijden, wat ons erg aan de Australische outback doet denken.  

Onze recente ontdekking: XXL-klimgebied Torcas de Chodes bij Zaragoza!

We zijn inmiddels ruim 500 km. verder naar het oosten gereden, naar een groot klimgebied nabij Zaragoza. We hebben er al een fijne dag in de zon geklommen, maar zingen we op dit moment een hoogst zeldzame regendag uit. 

Extraatje


Voor wie ooievaars leuk vindt, nog een dronefilmpje van de bende die een kasteeltoren heeft ingenomen in Extremadura (natuurlijk van vrij veraf gefilmd, om ze niet te storen):