vrijdag 26 oktober 2018

Griekenland


Zoals we gehoopt hadden, kun je prima kamperen aan het strand in Griekenland

Let er bij strandkamperen wel op, dat je niet wegzakt in het losse grind! Wij waren uren bezig met graven en kloten met rijplaten en stenen om er weer uit te komen.

Bart blaast de banden weer op, die hij deels leeg liet lopen voor meer grip. Links zie je de oranje rijplaten die we gebruikten om uit het zand te komen (met dank aan voormalige buurman Hans)

Reisavonturen

Eindelijk zijn we in het beloofde land voor klimmers: Griekenland! De laatste loodjes van de reis vielen mee. Waar Albanië inkomen ons moeite kostte, was eruit komen juist simpel. Wellicht kwam dat omdat we daarvoor een kleine grenspost namen in de bergen. We waren de enigen die er de grens over wilden. De Albaniërs waren heel vriendelijk en hoefden alleen even onze paspoorten en groene kaart te zien.
Daarna tuften we door naar de Griekse douanepost, waar het aanwezige viertal douaniers verrast opsprong uit hun stoelen. Na onze paspoorten ingekeken te hebben vroeg de oudste van hen, met een sigaret bungelend in de mondhoek, of we toeristen waren. Toen we dat toegaven zei hij ‘Go!’. En dat was ‘t, ook al passen er zeker tien Albaniërs achterin ons busje (groot van stuk zijn ze niet). 

Vlakbij de klimrotsen van Mytikas is een waterbron, maar je moet wel op je beurt wachten!

We reden door Noord-Griekenland, wat ons aan Albanië deed denken qua gaten in de weg, dieren op de weg en afval langs de weg. De belangrijkste wegwijsborden hebben zowel een tekst in Grieks schrift als in het Romaans. Jammer voor Bart, die anders had kunnen schitteren met zijn kennis van het Griekse alfabet! (opgedaan op het gymnasium). Hij liet zich niet kisten en vertaalde enthousiast alle Griekse woorden, ook al stond de vertaling er pal onder . We passeerden de stad Ioánnina waar agressief en toeterend gereden werd, maar later op het platteland werd er relaxed gereden. Gelukkig maar, want anders zouden er veel zwerfhonden en vee aangereden worden. 

Mytikas

Maja, 6b+ 'Antalkideios Eirni' van klimgebied Mytikas aan zee

We kwamen aan op onze eerste Griekse klimbestemming: de sportklimrotsen nabij dorpje Mytikas aan de westkust. De rots was in 1 woord fantástisch! Afwisselend qua grepen (gaten, opleggers, randen, bakken, randjes, flakes etc.), heerlijk ruw, prachtige kleuren, steenworp afstand van zee, lekker lange routes, goed behaakt… en ga maar door. In een paar dagen klommen we nagenoeg alle routes (30 in totaal met als zwaartepunt zessen, liggend tot licht overhangend met bombées).  We hadden het er erg warm. Althans tot 16:00, dan komt de rots in de schaduw. 

Bart, 7a genaamd 'Aggelos' (Mytikas)
Enig minpunt van Mytikas: gebrek aan schaduw. Hier zie je Bart wegkruipen in de enige schaduw die er was

Na een paar dagen Mytikas, reden we een stuk naar het oosten het binnenland in van de provincie Corinthia. We streken neer in Griekenlands beroemdste wijnstreek (rond het stadje Nemea. In de lokale ‘minimarket’ was dat te merken: je kon er voor 2 euro een fles met anderhalf liter streekwijn krijgen, die tot onze verrassing nog lekker was ook! 

Behalve jumboflessen wijn, kon je ook een afgehakte koeienkop aanschaffen in het supermarktje van Kaliani (zie etalage), Bart kijkt er beduusd bij...

Moeras en Archeologie

We kregen te maken met onze eerste dag regen sinds Noorwegen, 2 maanden terug. Bewapend met Hollandse regenpakken maakten we desalniettemin een mooie wandeling in het prachtige, beschermde rietland rondom Griekenlands grootste, natuurlijke meer. Het leuke is dat daar natuur met archeologie wordt gecombineerd:

je vind er restanten van de mythische stad Stymphalia uit de 4e eeuw voor Christus, waaronder delen van een tempel gewijd aan oorlogsgod Apollo, uitkijktorens en stadsmuren. Er leefden naar schatting 1000 mensen, wat in die tijd een middelgrote stad was. 

Deze foto is met de drone gemaakt, de enige manier om fotografisch recht te doen aan het prachtige landschap: de (met EU-geld) beschermde rietlanden rond meer Stymphalia 

Hier zie je het land dat aan het meer grenst met restanten van de stad Stymphalia uit de 4e eeuw voor Christus

We vonden het bijzonder dat we dit alles voor ons alleen hadden. 

Maja in regenpak en de restanten van Apollo's tempel (4e eeuw v. Chr.)

Drone film: de rietlanden van Stymphalia

We vlogen vrij hoog omdat we niet de duizenden vogels wilden laten opschrikken die er vertoefden (je hoort hun gekwaak, gefluit, gekakel etc. al van ver weg). In Griekenland doen ze niet al te moeilijk over drones, behalve als je op terrorisme-gevoelige locaties bent. De politie moet je echter niet betrappen op hoger vliegen dan 50 m. 
Het is de moeite om het filmpje op youtube te openen (full-screen), dan zie je een stuk meer.



Het klimmen: Frygani

Na welgeteld 1 dagje regen was het weer zonnig, en konden we toeslaan op de congomeraatrotsen genaamd Frygani nabij het dorpje Kefalari. De zuidoostwand heeft 40 royaal (over)behaakte sportklimroutes in de aanbieding op liggend tot vertikaal conglomeraat, dat mooier en vaster is dan die van Meteora volgens de Griekse kenners! Het gaat om vijven, zessen en een handvol zevens. Vlakbij is nog een kalkwand op het westen met een tiental zevens. 


Eindelijk is Maja’s schouderblessure onder controle en dat vierde ze door deze 7a+ ‘Pigolampida’ te klimmen! (nu nog rustig de klimfitheid weer opbouwen)
Frygani is overigens mede tot stand gekomen door de lokale, niet klimmende bevolking. Aangemoedigd door Aris Theodoropoulos-een Griekse route-opener en auteur van klimgids ‘Climb Greece’ - hebben zij geïnvesteerd in het behaken van de rots. Dit in de hoop dat ze zo klimtoeristen trekken, wat in andere streken reeds gebeurd is. Op het voorheen arme eiland Kalymnos bijvoorbeeld zijn klimtoeristen nu een uitstekende bron van inkomsten. 

Een topo heb je niet nodig, voor de rotsen staat dit handige bord

Deze foto is vanaf de rotsen genomen. Als je goed kijkt zie je onze bus staan bij een wijngaard waar we met toestemming van de boer stonden



zaterdag 20 oktober 2018

Albanië



In Albanië heb je redelijke geasfalteerde wegen om de steden en belangrijke dorpen met elkaar te verbinden, en die worden niet alleen door automobilisten gewaardeerd

Een slecht begin

Veruit de makkelijkste manier om vanuit Nederland naar Griekenland te reizen met je campertje, is de boot pakken in Italië. Dan ben je met een nachtje op de veerpont zo in de Griekse havenstad Patra. En vlakbij Patra heb je al topklimrotsen! Je hoeft via die weg niet eens je paspoort te laten zien.
Maar wij hebben de tijd, dus nemen we de ‘long way to Greece’ en die weg gaat natuurlijk via Albanië. 

Dat begon niet zo goed: de grensovergang tussen Montenegro en Albanië bleek naar onze (verwende) maatstaven een drama. We stonden er 2 uur te wachten op maar 200 meter afstand van de douanepost. Af en toe scheurde een Albanese pooierbak voorbij (over de verkeerde kant van de weg) om zich verderop in de rij er weer in te wringen. Alleen wij en een Roemeen wonden ons daarover op, de wachtende Albaniërs en Montenegrijnen vonden het heel normaal. 

Dichterbij de grenspost kwamen we erachter waarom: meerdere malen kwam een Albanese grenswachter met grote pet, snor en buik in actie om een of andere peperdure zwarte BMW of Range Rover voor te laten dringen in de rij. Sommige Albaniërs zijn duidelijk belangrijker dan andere (en Nederlandse toeristen). 

Een Albanese grenswachter laat iemand in een Hummer voorgaan in de rij
Bij het voor laten gaan moest steeds een Albaniër de rij uit en die lieten de grenswachters daarna gewoon staan (zie maar hoe je er weer inkomt, in die strak gesloten rij). Voor ons was het een vreemde ervaring en we realiseerden ons dat we wat dat betreft boffen met het gebrek aan corruptie en vriendjespolitiek in Nederland. 

Wauw!

Maar eenmaal in Albanië kregen we geen spijt van onze omweg. Het land heeft echt een adembenemende natuur, met veel azuurblauwe rivieren en meren, steile bergen en rustiek boerenland. Het is wat dat betreft net zo mooi als bijvoorbeeld de Kroatische kust, alleen dan met véél minder bewoners/bebouwing. Enig minpunt is dat de Albaniërs zelf hun natuurschoon niet lijken te waarderen, te zien aan het vele afval dat op de mooiste plaatsen gedumpt wordt (ondanks voldoende vuilcontainers). Als er nog iemand ergens plastic wil inzamelen, dan raden we Albanië aan.

Zicht op de Vjosa-rivier in het zuidoosten

Volgens onze online bronnen is Albanië één van de weinige Europese landen waar je bij wet een slag in de rondte mag wild kamperen en dat deden we dan ook. We hebben prachtig en alleen aan het strand gestaan in het midwesten en heel pittoresk bij de Lengarica-kloof met ‘hot springs’ in het zuidoosten.

Wild kamperen nabij het strand van natuurpark Kombëtar Divjakë-Karavasta

Climbing in Albania

We waren niet bij toeval in de Lengarica-kloof, daar zijn namelijk sportklimroutes! Het gaat om klimgebiedje Përmet, vernoemd naar de nabij gelegen stad. Alle info. is te vinden op www.climbingalbania.com (een topo/gidsje is er nog niet). 

Bart klimt Lengarica Blues (6b) te Përmet

Përmet biedt een kleine 20 routes op prima kalk, vertikaal tot overhangend en vooral zevens. Er wordt nog bijgeboord. Het leuke was dat je na het klimmen zo een hete waterbron in kon plonsen. Overdag lagen daar wel meer toeristen in, zowel Albaniërs als Duitsers op leeftijd, aangevoerd door kleine bussen van een of ander reisbureau. Om de club nog gevarieerder te maken, was er ook een groep kamperende Italiaanse en Duitse hippies neergestreken. Tot zowel ons ongenoegen als die van de Albaniërs, hielden die zich de hele dag bezig met luidkeels zingen en het zonder enige muzikale aanleg bespelen van allerlei instrumenten, waaronder de gevreesde bongos.


Onze nieuwe klimmaat Simone in 'Flee Circus' (7a), in Permet

Toch raakten we bevriend met 1 van de hippies, de Italiaan Simone. Hij bleek toevallig ook een klimmer! Hij had geen idee dat je in de kloof kon klimmen, maar toen hij ons met helmen en touw langs zag komen, sloot hij zich graag bij ons aan. De sympathieke twintiger bleek midden in een existentiële crisis te verkeren: doorgaan met liften en rondreizen of toch eindelijk die studie afmaken? 

Simone
Nabij het klimgebied Përmet: links zie je heet water baden mét badgasten, rechts (midden/boven) kamperen de hippies


Aanrader of niet?

Bart moet door de knieën om in de mini-market van Përmet te passen, de eigenaresse Dalía (fonetisch gespeld) kon er wel om lachen!

Rest mij om deze post af te sluiten met de warme aanbeveling van Albanië als vakantieland! 

De natuur is heel erg mooi en nog niet overlopen door toeristen, je gulden is er een daalder waard, de mensen zijn vriendelijk en spreken soms wel degelijk Engels, het  klimaat is mediterraan en warm (behalve hoog in de bergen natuurlijk), veel zwemwater (zowel zoet als zout) en strandmeters. 

Enige waarschuwing: het verkeer. Met name rond de grotere steden zoals Dürres en Tirana is het echt vréselijk. Je hebt non-stop te maken met agressieve zeer gevaarlijke inhaalmanoevres door grote luxewagens en dat terwijl er hoogst kwetsbare ezelkarretjes, koeien, mensen, brommers, fietsen en paarden over de weg lopen… Je vraagt je ook af waar de jongemannen - die in die gloednieuwe BMW’s en Mercedessen zitten - ze van betalen. Albanië is immers het armste land van Europa en de meeste Albaniërs die we tegenkwamen waren dan ook voor onze maatstaven erg arm. 


Kortom, zolang je niet rond Tirana gaat rijden, raden wij Albanië aan voor een strand-, cultuur- of natuurvakantie

Drones vliegen in Albania

In tegenstelling tot Montenegro mag je in Albanië best veel met je drone, zolang je niemand lastig valt of nabij vliegvelden opereert. We konden daarom meerdere malen toeslaan met de Mavic Pro, waarvan Bart een puike compilatie maakte:



Gevonden Albanese voorwerpen


Een van de 173 000 bunkertjes die communistische dictator Hoxha liet bouwen, hij regeerde het land met ijzeren vuist van 1944 t/m 1985

Veel Albaniërs hebben een paard of ezel als rij- en lastdier, vreemd genoeg laten ze die dag en nacht gezadeld


Hout hakken voor de winter (de ezels zijn ermee bepakt)

woensdag 17 oktober 2018

We love Montenegro


Strand nabij Budva
De kust van Montenegro staat terecht bekend als beeldschoon. De azuurblauwe, kraakheldere zee en vele kiezel- en zandstrandjes trekken veel zomertoeristen. Daarnaast zijn een aantal kuststeden beroemd vanwege hun goed bewaard gebleven oude centra, waar wel weer lelijke appartementsgebouwen á la Sovjet omheen zijn gebouwd. Wij zijn bepaald geen stadsrakkers, maar gingen toch één van die oude stadjes bezoeken: Kotor.



Middeleeuwse centrum en haven van Kotor, die als één van de mooiste steden ter wereld getipt wordt door de Lonely Planet Guide

Kotor heeft een driehoekig gevormde oude kern met daaromheen grotendeels intacte stadswallen. Het ligt aan een baai in de Adriatische Zee met nauwe toegang en met in de rug steile bergen. De Middeleeuwse smalle straatjes en pleinen krioelen van de toeristen, vooral als er net 3 cruiseschepen met Chinezen, Duitsers en Amerikanen zijn aangelegd (hadden wij weer ). Ondanks de drukte hebben we met plezier onze ogen uitgekeken. Wat we daarbij prettig vonden, is dat de Kotorianen je niet opdringerig iets proberen aan te smeren, maar rustig een sigaretje roken voor hun winkeltje, kraampje of toerbootje.
Ja hoor, daar is 'ie! Een echte Yugo (in Kotor), wel een beetje klein voor Hollanders

De architectuur van de stad is heel bijzonder voor een Slavisch land, die is namelijk deels Venetiaans. Kotor maakte van 1420 tot 1797 deel uit van het Venetiaanse Rijk en in die tijd is er veel gebouwd.

Hoogtepunt van ons dagje was dat we een stijl paadje ontdekten waar de dikke en oude toeristen niet tegen op konden en ons een superuitzicht over de stad gaf. Het was een beroerd, halsbrekend paadje zonder hekjes midden in een toeristenstad en toch kon je er gewoon tegenop als je daar zin in had. Dat vinden wij tof en typerend voor de relaxte, ‘alles moet kunnen zolang je niemand lastig valt’-mentaliteit van de Montenegrijnen.

De vlag van Montenegro, dat in 2006 onafhankelijk werd van Servië

Die mentaliteit zie je ook terug in het verkeersbeeld, dat volgens Nederlandse maatstaven apart is. Op de zeer smalle wegen rondom Kotor passeren chauffeurs van auto's, touringcars en bussen elkaar vlot en rakelings met het mobieltje aan ’t oor, maar het gaat altijd goed én goedgemutst. En dat voetgangers op hun gemak de straat over steken – verkeer of niet – dat is ook geen probleem. Soms blijkt de automobilist de voetganger in kwestie te kennen en wordt er even handen geschud en geïnformeerd naar de gezondheid, voordat doorgereden wordt.
Bart is als een vis op de het droge met zijn stadsplattegrondje op een druk plein vol cruiseschip-toeristen

Ook honden en katten die zomaar oversteken, krijgen alle ruimte om de overkant te halen. Het valt ons op dat deze dieren hier vaak vreselijk in de weg liggen, maar dat dit vriendelijk geaccepteerd wordt. Zo lag er pal voor de ingang van de supermarkt languit een hondje, waardoor een reus van een Montenegrijn – met kaalgeschoren kop en glimmend trainingspak – dan maar zijn hele karretje over de hond heen tilde. Want het beest lag net zo lekker te slapen!

Een Duitse toerist staat ervan te kijken dat katten languit liggen te dutten op dit drukke Kotoriaanse stadsplein

Outlaw droning

Dit keer is ons drone-filmpje mager, omdat we maar 1x een korte vlucht hebben gemaakt. Dat kwam omdat ik ná de vlucht pas internet scoorde en opzocht wat de drone-regels zijn in Montenegro. In dat land hou je je als toerist héél goed aan de regels, omdat de corrupte politie erom bekend staat toeristen voor elke (vermeende!) overtreding stevig te laten betalen. Geld dat ze direct in eigen zak steken natuurlijk. En politie kom je overal tegen. 

Dus toen ik ontdekte dat wij met onze paar minuten drone-plezier 6 overtredingen hadden begaan  was het afgelopen met vliegen:

-1 falen om de de luchtvaartautoriteiten schriftelijk te verwittigen van onze drone-vlucht
-2 ontbreken van een vliegplan
-3 vliegen boven agglomeratie
-4 en 5 opstijgen én landen bij een gebouw 
-6 geen speciale verzekering

Als een agent ons gezien had, was de drone zeker in beslag genomen, oeps!



Sneak preview: Albanië

Nu zitten we in Albanië, waar we heel veel nieuwe avonturen beleven en zelfs rotsklimmen! 

De wegen in Albanië zijn niet zo smal als in Montenegro, maar wel ietsje slechter qua wegdek


zaterdag 13 oktober 2018

Kroatië: klimmen aan het treinspoor


Bart in de 7a 'Smirtnin Grijeha' te Konavle, het klimgebied aan het spoor

Het zomerse weer gaat gewoon door in Kroatië! We waren zelfs genoodzaakt om een fles Olea te scoren in de lokale supermarkt  (Kroatische zonnemelk)). Qua klimmen hebben we een nieuw gebiedje ontdekt, genaamd Konavle. Het aardige van Konavle is dat we het te danken hebben aan een EU-subsidie van 6 ton. Eindelijk worden onze belastingscenten eens goed besteed.

Het betreft een of ander fonds ter verlevendiging van het Kroatische achterland, dat de in verval geraakte spoorlijn van Zelenika (Montenegro) naar Sarajevo als wandel- en fietsroute heeft laten inrichten. Daarbij zijn ook lokale klimmers gesponsord om wat rotsen langs de spoorbaan te behaken. Zo heb je in één klap drie sporten te pakken. Laat die sportieve toeristen nu maar komen! Vooralsnog hadden wij er het rijk alleen, maar wie weet is dat wel anders in het hoogseizoen.

Het stikt van de bidsprinkhanen in zuid Kroatië, geen wonder gezien het warme weer en de vele zonne-uren
Behalve mijnen, heeft Kroatië nog andere gevaren: deze jongen visten we onder ons aanrecht vandaan!
De toeristische wandel- en fietsroute loopt precies daar waar het spoor lag en voert tientallen kilometers door steile bergen en tunnels. In het Kroatische deel heb je vaak een prachtig uitzicht op de Adriatische Zee. De spoorlijn werd in 1901 geopend, toen Kroatië deel uit maakte van het Habsburgse Keizerrijk. 
Vooral in de Eerste Wereldoorlog had de spoorlijn als belangrijke functie de aanvoer van levensmiddelen (olijfolie, groentes en wijn verbouwd op het Bosnische-Kroatische platteland) naar de strategische gelegen stad Kotor in Montenegro. 

Typisch Kroatisch-mediterraan landschap gezien vanuit de klimrotsen

Konavle kliminfo

In Konavle kun je 30 routes op het zuiden klimmen van maximaal 30 meter. De rots is prachtige grijze kalk, ruw en qua structuur Verdon-achtig. Er zijn veel zessen en ook wat zevens. De waarderingen vonden wij kloppen (tot nu toe hebben we veel ondergewaardeerde routes getroffen in Kroatië). 

Voor ons gevoel kon je een eitje bakken op de zonovergoten rotsen, waardoor we op het heetst van de dag kozen voor bouldering/klimmen in de schaduw van de treintunnel.


Sneak preview

Wij zijn inmiddels in het land Montenegro aangekomen waar we o.a. de stad Kotor gaan bezoeken. Dat schijnt één van de mooiste toeristische reisbestemmingen ter wereld te zijn (bijvoorbeeld volgens de Lonely Planet Travel Guide). We gaan het zien! De drone zal ook weer uit het vet gehaald worden (in Kroatië waren de interessante zaken helaas in 'no fly-zones').

De baai van Kotor, aan de kust van Montenegro


woensdag 10 oktober 2018

4 landen in 4 dagen


Over een paar weken willen we in Griekenland zijn. Dat zou namelijk het nieuwe Europese klimwalhalla moeten zijn mét een warm welkom voor wildkampeerders. Daarom zijn we niet lang blijven hangen aan de Côte d’Azur: het eerste regenbuitje was ons startsein om naar het oosten te rijden. Inmiddels hebben we een lamme hand van het wapperen met onze paspoorten, omdat we de volgende route gereden hebben sinds onze vorige blogpost: 

Frankrijk -> Italië -> Slovenië -> Kroatië -> Bosnië Hercegovina -> Kroatië

Ons 1e wildkampeerplekje in Kroatië (nabij Obrovac)

Onhandig genoeg is Bosnië verplichte kost als je naar het zuidoosten van Kroatië wil (waar Dubrovnik ligt). De Bosniërs hebben nl. een miserabel 10 km. breed kuststrookje gekregen na de laatste Balkanoorlog. Dit stukje land scheidt het laatste stuk Kroatië van de rest. Dus als je als Kroaat uit Split je tante wil bezoeken in Dubrovnik, moet je heen en terug in totaal 8 keer een douanepost passeren! (en steeds je papieren laten zien). 

De stad Neum, gelegen op het 10 km. stukje kust van Bosnië dat het zuiden van Kroatië in tweeën splitst
Wij gingen voor ons persoonlijke record - 4 keer een operationele douanepost in 30 minuten – waarbij we zonder poespas werden doorgewuifd. Zowel de Bosnische als de Kroatische douaniers waren meer bezig met hun mobieltjes dan met ons. 


Kroatië / Hrvatska 

Wildviaduct over de snelweg Rijeka-Split. Als je de ruige  natuur aan weerszijden van de weg ziet, geloof je meteen dat er beren en wolven rondlopen

Als je in Kroatië in de toeristische gebieden aan de Adriatische kust of Istrië blijft, merk je weinig van het oorlogsverleden. Een stukje het ruige binnenland in, waar prachtige natuur met beren en wolven is, ligt dat anders. Je komt daar verlaten, kapot geschoten huizen en gebouwen tegen en er zijn nog altijd mijnen en andere verborgen explosieven (zo’n 20 000). Dit ondanks dat er al tientallen jaren druk gewerkt wordt aan de ontmanteling ervan. 

Wij hadden ons in elk geval goed ingelezen op de locatie van risicogebieden, die allemaal goed aangeven worden met waarschuwingsborden. Dat kan bijv. op de website van Croatian Mine Action.
Je ziet er meteen of de wildkampeerplaats die je in gedachten hebt, een (sterke!) afrader is of niet.

Sporen van de laatste Balkanoorlog in Kroatië (noordoost van Zadar)

Wij stonden natuurlijk zo veilig als wat (aan de rand van een officiële fietsroute geparkeerd), maar het bereiken van onze kampeerplaats ging niet zonder slag of stoot. Bij een omkeermanoeuvre op steenachtig terrein, ramde de voorbumper een scherp stuk rots met alle gevolgen van dien:



Het klimmen: Karin 

Maja klimt 'Max', een spijkerhard gewaarde 6a op de hagelnieuwe sector D


We hadden niet gedacht dat het in oktober nog bloedheet zou zijn op de (zuidwanden) van Karin. We zijn er lekker wezen affakkelen, waar we wel zin in hadden na de regen in Italië en Slovenië. 

Karin ligt hemelsbreed zo’n 40 km. west van Zadar en staat in de klimgids ‘Croatia’ van Boris Cujic. Het heeft 65 sportklimroutes in de aanbieding van vertikaal tot overhangend, in een prachtig bergachtig natuurgebied en er komen regelmatig nieuwe bij. Afhankelijk van de sector klim je op atletische goudgele rots of grijze, technische rots die Verdoniaans aandoet. Het gaat vooral om zessen en zevens, die stevig gewaardeerd zijn. 


Aanvulling: Italië

En zo zou het dagenlang blijven, vandaar dat we door reden.

In noord-Italië regende het pijpenstelen, iets wat we daar helaas vaker gehad hebben. Dus schoten we erdoor heen. Dat ging tot onze verrassing snel én comfortabel: dankzij de recent ingevoerde traject-snelheidscontroles houden de Italiaanse macho’s zich tegenwoordig een stuk beter aan de regels, waardoor wij het zowaar ontspannen rijden vonden. 

Na een nat nachtje kamperen in Italiaans Istrië - zie onze kaart op dit blog - waren we snel via het kleine Slovenië (nat en koud) in Kroatië (zonnig en warm).

maandag 8 oktober 2018

Flaneren aan de Rivièra



Na enkele dagen doorgebracht te hebben in de ruige Verdonkloof, besloten we dat het tijd was om eindelijk – na 2 maanden reizen – eens op ‘n strand te gaan liggen. En wat voor een strand: we streken neer nabij de kuststad Fréjus aan de Franse Rivièra. 

Je vindt er tientallen stranden op een rij: van groot met wit zand en alle mogelijke voorzieningen zoals strandwachten, tot een rotsig baaitje met kiezels voor natuurliefhebbers waar je geheel op eigen risico te water gaat. 

Overigens hoefde ik me op dat kiezelstrandje nergens zorgen om te maken, aangezien Bart in Amerika een heuse lifeguard is geweest! 

Strandje nabij Fréjus aan de Franse Côte d'Azur

Fréjus

Naast het strand , bezochten we ook het centrum van Fréjus, waar een aantal buitengewoon smalle straatjes met een gratis kunstexpositie was verfraaid. 





Het centrum van Fréjus stikt van de winkeltjes met kleurige kunstobjecten, sieraden, prullaria en antiek

We hebben ons best gedaan om er een winkeldagje van te maken, maar we zijn daar   allerbelabberst in en hebben helemaal niets gekocht.  
Ook de terrasjes waren niet aan ons besteed, omdat we zelf al boterhammen en blikjes frisdrank hadden meegenomen. We zien het maar zo: hoe minder we uitgeven, hoe langer we op reis kunnen blijven!

Het  klimmen: Gorges du Blavet

In oktober lekker in je blote bast klimmen? Het kan in Gorges du Blavet! 

Natuurlijk hebben we ook geklommen aan de Côte d’Azur. Ietsjes het binnenland in t.o.v. Fréjus heb je er de Gorges du Blavet. Het gaat om rotsen in en rondom een grote rivierkloof die deel uitmaakt van het ‘Massif de l’Esterel’. 

Blavet biedt circa 240 sportklimroutes op roodgouden rots. Wij vonden het heerlijk klimmen omdat de rots mooi oogt, goede wrijving heeft, afwisselend qua grepen en vrij vingervriendelijk is (veel tendue randen+opleggers). 

Qua moeilijkheidsgraden heb je er vooral zessen en zevens, maar ook de nodige vieren, vijven en een handjevol achten. Je kan er zowel in als uit de zon klimmen (zuidwand, westwand, oostwand en een stukje noordwand). 

Je ziet veel kurkeiken bij Blavet. Hun bast is brandwerend waardoor ze kunnen gedijen aan de Côte Azur waar van oudsher veel bosbranden voorkomen 


Sneak Preview

Wij zijn inmiddels verder gereden door Italië en Slovenië, op weg naar het hart van de Balkan. Onze volgende blogpost zal gaan over… Kroatië